Skip to main content

Let op:

Doe Status I óf Status II, maar niet allebei.

Hoe

Prepareer setjes van steeds 2 briefjes (A, B). Ieder setje bestaat uit een hoge- en een lage statusopdracht, zoals A: "Zet je benen uit elkaar" en B: "Hou je knieën en voeten tegen elkaar". (zie onder voor een lijst met opdrachten)

Maak 2 groepen (I, II) en maak binnen iedere groep tweetallen (A, B). Geef ieder tweetal een setje opdrachten en laat ze even oefenen, totdat iedereen de opdracht goed uitvoert.
Verspreid de tweetallen van groep I over de ruimte en laat ze hun poses aannemen en vasthouden. Groep II observeert. Laat de mensen uit groep II uit ieder tweetal één persoon kiezen die ze mee zouden nemen naar belangrijk gesprek, zoals een intake bij een nieuwe klant of een spannende meeting. Zeg dat ze een unanieme keuze moeten maken en laat ze overleggen. Vaak zal voor de hoge status-houding gekozen worden, tenzij deze té hoog is. Grijp de overlegmomenten aan om dingen uit te leggen over status.
Daarna komt groep II aan de beurt en kiest groep I.

Combinaties voor op de kaartjes:


A:  (staand) zet je benen uit elkaar
B:  (staand) hou je knieën en voeten tegen elkaar

A: (staand) zet je benen uit elkaar
B: (staand) kruis je rechterbeen over je linkerbeen

A: maak veel oogcontact met de mensen uit de andere groep
B: maak weinig en kort oogcontact

A: zit ontspannen in je stoel
B: verander voortdurend van houding

A: zit ontspannen in je stoel
B: zit op het puntje van je stoel

A: leg je handen op je knieën
B: hou je handen tussen je knieën

A: hou je armen stil
B: friemel met een hand aan je gezicht

Leestip

Leestip: Het Fenomeen Status, Henk Stultiens, ISBN9789055943739

Bron: Lisette van Oosterhout


Tags bij deze werkvorm:

Tijd:
Groepsgrootte:
Teams:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP