Questioning in & out
Je eigen lijn loslaten, Aansluiten bij de ander.
Hoe
Maak tweetallen, A en B.
1. Questioning in: A vertelt iets waar hij enthousiast over is, b.v. een bijzondere vakantie. Geef B op een briefje de volgende opdracht: “Stel alleen maar vragen; ter verduidelijking en/of verdieping. Vraag door en vat eventueel samen wat A vertelt. Stel geen vragen over nieuwe onderwerpen!” Na ± 2 minuten stop je de gesprekken. Ga direct door met:
2. Questioning out: A vertelt verder. Geef B nu een andere opdracht: “Stel vragen die niets met het verhaal van A te maken hebben, óf er van af leiden, b.v. als A zegt dat hij naar Zweden is geweest, kun jij vragen of hij ook wel eens in Finland is geweest”. Na een paar minuten stopt de begeleider de gesprekken.
Nabespreken op
- Hoe voelde A zich in beide situaties? Waar lag dat aan? Wat was het effect?
- Het verschil tussen aansluiten (questioning in) en je eigen lijn volgen (questioning out).