O, dat heb ik ook!
Bewustworder: ervaren wat het effect is van vergelijkend luisteren.
Hoe
Ken je dat: je luistert naar iemand en koppelt dat wat je hoort direct aan je eigen ervaringen en aan wat je zelf kent: "O, dat heb ik ook" of "O, dat ken ik". Vergelijkend luisteren is heel menselijk, maar zorgt er wel voor dat je de echte details van het verhaal de ander mist. En als je dan ook nog eens gaat toelichten wat je zelf hebt meegemaakt, kan er zelfs sprake zijn van het 'kapen' van het gesprek. In deze oefening laat je deelnemers het ik-ook effect eerst ervaren, dus leg dit fenomeen niet vooraf uit.
Variant 1
Maak tweetallen. Nodig ze uit om het te hebben over een thema dat relevant is voor de training, zoals 'hoe pak jij functioneringsgesprekken aan en wat zie je als het grootste belang ervan?'. Eerst is A aan de beurt; B luistert en mag vragen stellen. Laat ze in gesprek gaan. Loop rond en luister of er doorgevraagd wordt of dat er sprake is van vergelijkend luisteren. Leg na een paar minuten de gesprekken stil en stel de volgende vragen
- hoe verlopen de gesprekken?
- vraag de B's of ze alleen geluisterd en doorgevraagd hebben, of dat ze ook over eigen ervaringen verteld hebben
- hoe komt dat; wat maakte dat je zelf ging vertellen?
- wat levert dat op? En welk gevaar ligt op de loer?
Leg kort het fenomeen vergelijkend luisteren uit en wat het gevaar daarvan is. Nodig de tweetallen uit het gesprek nogmaals op te pakken, waarbij nu A de luisteraar is en echt alleen maar luistert en doorvraagt. Klinkt simpel, is best lastig.
Variant 2
Maak tweetallen. A vertelt B iets waar zij enthousiast over is, b.v. een fijne vakantie.
Neem eerste alle B’s apart en instrueer ze om ergens in het verhaal van A te reageren met: “O, dat heb ik ook gedaan” of “O, dat heb ik ook gezien.” B.v. als A zegt dat hij naar Spanje is geweest, zegt B: “O, daar ben ik ook geweest” en gaat daar vervolgens enthousiast over vertellen. B zoekt dus (liefst niet al te opvallend) een moment om het gesprek te kapen, iets wat, als je er op gaat letten, in het echt stuitend vaak gebeurt. Na een paar minuten stop je de gesprekken.
Nabespreken op
- Hoe voelde A zich? Waar lag dat aan? Wat was het effect?
- Het ik-ook effect
- Het verschil tussen aansluiten en vergelijkend luisteren.