Kennis III: Kennis inprenten
Speels kennis inslijpen
Hoe
Vooraf: bedenk vragen over de stof die je wilt in-trainen. Bedenk gerust vragen waar de deelnemers het antwoord nog niet (volledig) op weten (zie onder bij Moeilijke vraag).
Stel iedere vraag in willekeurige volgorde aan meerdere deelnemers. Begin bij deelnemer A, hoor zijn antwoord aan en stel 1 of 2 doorvragen. Ongeacht of A’s antwoord goed of fout is, wend je tot B en vraag hem of A’s antwoord klopt. Vraag hetzelfde aan C en eventueel D. Gevolg: alle deelnemers denken actief mee over het antwoord. De ervaring leert dat de groep, elkaar aanvullend, meestal er in slaagt het goede antwoord te bedenken. Zo ja, complimenteer ze daarmee en laat tot slot één deelnemer het goede antwoord samenvatten. Je kunt dat laatste ook zelf doen.
Als de deelnemers moeite met een vraag hebben, geef dan niet zelf het goede antwoord, maar laat ze het in tweetallen opzoeken in het medium dat je gebruikt (lesboek, reader, internet). Laat daarna een paar tweetallen het antwoord in hun eigen woorden weergeven.
Moeilijke vraag
Kondig aan dat je een moeilijke vraag gaat stellen. Stel hem en laat een aantal deelnemers (A, B, C, D) antwoorden (je kunt de vraag ook open aan de hele groep stellen). Hoor de antwoorden aan en geef tot slot uitsluitsel. Hier gaat een sterk lerend effect van uit (zie werkvorm Testing).