Hoe onze hersenen werken II
Onze hersenen zien overal patronen in, ongeacht of het klopt!
Hoe
Kondig aan dat je een sommetje gaat doen en zeg letterlijk de volgende tekst: "Hoe vaak komt het getal 9 voor tussen 1 en 100? Dus 9, 19, 29, etcetera".
Geef de deelnemers een minuut de tijd en vraag ze dan om te zeggen wat ze denken dat het juiste antwoord is. Sommige mensen zullen 10 zeggen, anderen 11, maar het juiste antwoord is 20!
Reeks 1: 9, 19, 29, 39 ,49, 59, 69, 79, 89, 99 = 11
Reeks 2: 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99 = 11
2 x 11= 22!
Maar de 99 heb je in beide reeksen en is dus dubbel geteld,
Het juiste antwoord is dus: 11+ 9= 20!
Nabespreken op
Omdat je begint met op te sommen 9, 19, 29, volgen onze hersenen dat patroon en tellen wel 99 mee, maar niet 90, 91, etc.