Doorvraagwedstrijdje
Wie kan het meest open-doorvragen?
Hoe
Maak tweetallen (A, B) en leg uit dat ze een wedstijdje 'doorvragen' gaan houden. Doe eerst even samen met een deelnemer (A) voor wat de bedoeling is. A kiest een onderwerp waar hij veel mee heeft en van weet. Jij stelt A daar een open vraag over en daarna vraag je daar op door, en door, en door.
Als de deelnemers snappen wat de bedoeling is, leg je de regels uit en kan het wedstrijdje beginnen. NB: leg uit dat er in de praktijk natuurlijk niks mis hoeft te zijn met gesloten vragen, maar dat ze in dit wedstrijdje niet mogen.
Doorvraagspelregels:
- Je vragen moeten open vragen zijn
- Je vragen moeten doorgaan op wat er is verteld; als je een nieuw onderwerp aansnijdt ben je af
- Je mag niet langer dan 5 seconden nadenken over je vraag
- Elke keer als het goed gaat, krijg je een punt (noteer op een velletje)
- Gesloten vraag of te lange stilte? Fout! Dan wissel je van beurt.
Na 5 minuten inventariseer je wie de meeste punten achter elkaar, dus in 1 beurt, heeft behaald (elke beurt begin je gewoon weer met 0 punten) en dus de Open-Doorvraag-Koning of koningin mag worden genoemd!
Willen mensen revanche? Vraag aan de beste doorvragers om hun tactiek met de groep te delen, maak nieuwe tweetallen en doe nog een ronde!
Variant
Maak drietallen en laat steeds 1 van de 3 deelnemers de ‘scheidsrechter’ zijn, terwijl de anderen vragen en antwoorden. Fout? Dan wisselt iedereen binnen het groepje van rol.
Bron: Wouter Braaf
Tags bij deze werkvorm:
