Skip to main content
29-07-2024 vechten-vluchten |10

De Brug

Vechten, vluchten of .... samenwerken

Hoe

Zet A en B op ongeveer 5 meter recht tegenover elkaar. Leg uit dat er zich tussen hen een zeer smalle brug over een kloof bevindt. A en B wonen beide aan één kant van de kloof en werken beide aan de andere kant. Wanneer zij naar hun werk gaan, komen zij elkaar tegen op het midden van de brug. De vraag/opdracht is: hoe kunnen de deelnemers elkaar passeren op deze smalle brug, zonder te spreken en natuurlijk zonder eraf te vallen?
Bij volgende rondes kun je de spanning verhogen door bijvoorbeeld een fictief strijdpunt in te brengen, zoals dat de partij aan de overkant altijd veel lawaai maakt of je ergste vijand is.

Nabespreken op

  • Wat hebben jullie ervaren? Was er een samenwerkingsverband? Nam er iemand initiatief en zo ja, wie?
  • Was er sprake van een conflict? Welke neiging had je; vechten of vluchten?
  • Wat gebeurde er non-verbaal

Varianten

  • Laat de cursisten de tegenstander visualiseren als een dier waarvan zij vinden dat die bij de persoon zou passen. Spreek de deelnemers aan in de rol van hun functie. In bijvoorbeeld een OR-training, staat de OR aan de ene kant en de bestuurder aan de andere kant; welke rol heeft de OR, welke dier zijn zij? Dit beïnvloedt de wijze waarop zij elkaar zullen passeren; de actie die op de brug gaat plaatsvinden.

Bron: Ewout Bomert


Tags bij deze werkvorm:

Tijd:
Groepsgrootte:
Teams:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP