29-07-2024 nabespreekvormen |5

Cursist kijkt naar zichzelf

Deelnemer observeert terwijl de acteur zijn gedrag nadoet

Hoe

Deze vorm kun je inzetten als een deelnemer (A) vastloopt in een simulatie en zelf niet doorheeft wat zijn aandeel daarin is.

Stap 1:

Vraag A om eruit te stappen en toe te kijken. De acteur neemt A's rol over: “Doe wat A net deed”. Vraag een andere deelnemer (B) om de rol van de acteur over te nemen: “Doe maar wat de acteur deed”. Zij spelen de situatie na. De acteur doet A na, zonder er een karikatuur van te maken.

Let op

• Het wisselen van rollen moet snel gaan, zonder al te veel uitleg, want anders passeert het moment en wordt het te beladen of kapot geredeneerd.
• Als de acteur een karikatuur van het gedrag van A maakt, kan de deelnemer zich belachelijk gemaakt voelen en afhaken.

Stap 2:

Vraag A wat hij de acteur zag doen en wat het effect ervan op B was.
Vraag hem ook om de acteur een tip te geven: wat zou de acteur anders kunnen doen? (die tip geeft hij dus in feite aan zichzelf).

Stap 3: 

Laat A die tip zelf toepassen in spel met de acteur.

Wanneer inzetten

• Als een deelnemer een blinde vlek heeft.
• Als een deelnemer gedrag laat zien waarin hij vastloopt en waar hij ook na een aantal stops geen verandering in kan aanbrengen.

Voordelen

• Het kan een eye-opener voor de deelnemer zijn
• Een zeer directe vorm van (zelf)reflectie.
• Tijdwinst: in korte tijd wordt duidelijk waarover je anders lang kunt discussieren.