Body Awareness
Contact maken met je lijf; aarden
Stap 1: eerste verkenning
Deelnemers staan in een kring, voeten op heupbreedte, knieën licht gebogen, ogen dicht. Laat ze met hun aandacht naar hun hoofd gaan: ‘Voel hoe je hoofd op je romp staat. Staat het voorover, achterover, voel je ergens spanning?’ Ga zo stapsgewijs door met schouders, armen, romp, billen, heupen, benen en voeten. Stel vragen als: ‘Voel je verschil tussen links en rechts, zijn je billen gespannen of ontspannen, etc?’ Vraag ze te onthouden wat ze gevoeld hebben en laat ze de ogen opendoen.
Stap 2: in actie
Doe óf oefening A óf oefening B en ga daarna door met stap 3. Oefening A duurt iets langer en heeft meer van een energizer in zich.
Oefening A:
- De deelnemers lopen door elkaar, op hun tenen. Eerst met gewone stappen, daarna grote stappen, dan kleine stappen en tot slot in hoog tempo. Alles op hun tenen.
- Herhaal deze reeks, maar nu alles op de hielen.
- Daarna de hele reeks op de buitenkant van de voeten
- Tot slot de hele reeks op de binnenkant van de voeten.
Ga door met stap 3.
Oefening B
- De deelnemers staan verspreid door de ruimte, voeten op heupbreedte.
- Ze zetten hun gewicht op hun linkerbeen en stampen met de bal van hun rechtervoet op de vloer. Daarna met hun rechterhiel, dan met de buitenkant van de voet en tot slot met de binnenkant van de voet.
- Herhaal bovenstaande stappen met de linkervoet, waarbij ze hun.gewicht op hun rechtervoet zetten.
- Tot slot vraag je de deelnemers hun gewicht weer over beide voeten te verdelen.
Ga door met stap 3.
Stap 3: voel de verschillen
Herhaal stap 1. Stel nu bij ieder lichaamsdeel een extra vraag, nl. of ze verschil voelen met de eerste keer dat ze het deden: ‘Hoe voelen je schouders nu?’
Vraag de deelnemers na afloop naar de verschillen. Leg uit dat wat ze nu voelen te maken heeft met aarden en dat geaard staan je in allerlei situaties kan helpen, bv om rustig te blijven, spanning te controleren, etc.
Nabespreken
- het belang van aarden en contact maken met je lijf
Bron: Lisette van Oosterhout.
Tags bij deze werkvorm:
