Acteur en deelnemer wisselen van rol
De acteur houdt de deelnemer een spiegel voor
Hoe
Als een deelnemer (A) ergens een blinde vlek voor heeft of steeds op hetzelfde punt vastloopt, kun je midden in een simulatie de zaak stop zetten en hem vragen om met de acteur van stoel te wisselen: “A, jij doet wat de acteur deed; acteur, jij doet wat A deed”. Laat ze echt op elkaars stoel plaatsnemen.
Ze spelen verder: de acteur doet verbaal en non-verbaal het gedrag van A na. Doordat hij A een spiegel voorhoudt, kijkt A naar zichzelf en ervaart wat het effect van zijn gedrag is. Zet na een paar minuten de simulatie stil en vraag A wat hij de acteur zag doen en hoe hij dat ervaarde.
Laat ze daarna weer van stoel wisselen en de simulatie weer in hun eigen rol oppakken.
Let op
- Het wisselen van rollen moet snel gaan, zonder al te veel uitleg, want anders passeert het moment en wordt het te beladen of kapot geredeneerd.
- De acteur mag het gedrag van A licht uitvergroten, maar er geen karikatuur van maken, anders kan de deelnemer zich belachelijk gemaakt voelen en afhaken.
Wanneer
- Als een deelnemer een blinde vlek heeft.
- Als een deelnemer steeds op hetzelfde vastloopt.
Voordelen
- Eye-opener; een directe vorm van (zelf)reflectie.
- Tijdwinst; in 1 keer wordt duidelijk waarover anders lang gepraat wordt.
- De deelnemer ervaart wat zijn gedrag oproept